U bent hier: Home - Beroepen - Sloper - Trillingen |
Printvriendelijke versie |
||
TrillingenLichaamstrillingen Bij slopen en hakken met een aan een kraan bevestigde sloophamer, slooptand of bak hebben de machinisten te maken met lichaamstrillingen. Hierbij kan de grenswaarde worden overschreden. De grenswaarde voor lichaamstrillingen van 1,15 m/s² over een achturige werkdag mogen niet worden overschreden. 54% van de beroepsgroep heeft klachten over lichaamstrillingen. De schokken bij het met de hand hakken met de zware sloophamers zullen ook bij de sloper het gevoel geven met lichaamstrillingen te maken te hebben. Op den duur kunnen lichaamstrillingen rugklachten veroorzaken. Hand-armtrillingen Bij het werken met aangedreven gereedschap treden hand-armtrillingen op. 51% van de slopers heeft hier klachten over. De duur dat ze met de trillingen te maken hebben, bedraagt vaak enkele uren per dag. Tijdens het gebruik van aangedreven gereedschap wordt de grenswaarde vaak overschreden. Vooral bij het werken met een sloophamer kan de grenswaarde ook gemiddeld over een werkdag (soms ver) worden overschreden. De grenswaarde is 5 m/s² over een achturige werkdag mag niet worden overschreden. Op den duur kunnen hand-armtrillingen gewrichtsschade en schade aan handen en vingers veroorzaken. De belangrijkste risico’s zijn:
Te nemen maatregelen: Bronmaatregelen
Collectieve maatregelen
Individuele maatregelen
Arbovriendelijke hulpmiddelen voor de sloper met betrekking tot trilllingen
|
< terug naar vorige pagina |