U bent hier: Home - Risico's - Schadelijke stoffen

Printvriendelijke versie

 
 
 

Schadelijke stoffen




Nogal wat stoffen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Schadelijke stoffen kunnen in producten zitten. Schadelijke stoffen zitten bijvoorbeeld in verf, lijm of ontkistingsmiddel of ze kunnen ontstaan tijdens het werk zoals dieselmotoremissies of lasrook. Ook is op elke bouwplaats stof aanwezig en bij iedere bouwactiviteit komt wel stof vrij. Sommige soorten stof zijn schadelijk voor de gezondheid wanneer niet de juiste of onvoldoende maatregelen worden getroffen.

Het effect van stof op de gezondheid is ook afhankelijk van de schadelijkheid van het stof en de hoeveelheid (concentratie) stof in de lucht. Daarnaast van hoelang men in het stof moet werken, de gevoeligheid voor stof en de zwaarte van het werk. Bij zwaar werk wordt dieper ingeademd waardoor meer stof wordt ingeademd.

Er zijn twee soorten stof te onderscheiden:
  • Stof dat hinderlijk is en geen specifieke gevolgen heeft voor de gezondheid, maar wel de ogen, de huid en de luchtwegen kan irriteren. Voorbeelden hiervan zijn gipsstof, kalkstof en krijtstof.
  • Stof dat schadelijk is en waar schadelijke of giftige bestanddelen in zitten. Voorbeelden hiervan zijn houtstof, kwartsstof, glas- en steenwol. Hierdoor kunnen irritaties en ontstekingen van de huid en ogen ontstaan en eczeem. Ook kunnen luchtwegen en longen geïrriteerd raken en in sommige gevallen blijvend beschadigd raken (stoflongen).

Of werken met een product schadelijk is, hangt ook af van de wijze waarop men wordt blootgesteld. Dit wordt onder andere bepaald door de be- / verwerkingsmethode, de werkomstandigheden en de mate van specialisatie van de werknemer. De gevolgen verschillen per product of stof. Van sommige producten of stoffen krijgt men eczeem, van andere astma en van weer andere hoofdpijn. Langdurig met schadelijke stoffen werken, kan zelfs tot heel ernstige aandoeningen leiden.


Welk beroep heeft te maken met schadelijke stoffen?
Ongeveer de helft van het bouwplaatspersoneel heeft last van blootstelling aan hinderlijk dan wel schadelijk stof. Klachten komen het meest voor onder het volgende beroep:

Sloper


Wat zegt de wet- en regelgeving?


Wettelijke verplichtingen

Arbobesluit:
In de volgende hoofdstukken van het Arbobesluit staat regelgeving over schadelijke stoffen:
  • Hoofdstuk 4 Gevaarlijke stoffen. Het grootste gedeelte uit dit hoofdstuk is van toepassing op de bouwnijverheid.
  • Hoofdstuk 8 Persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheids- en gezondheidssignalering.

In het Arbobesluit zijn voorschriften opgenomen voor de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) van gevaarlijke stoffen.

Arbobesluit: Artikel 4.1 Definities (Gevaarlijke stoffen)
  • Gevaarlijke stoffen zijn stoffen, mengsels of oplossingen van stoffen waaraan werknemers blootgesteld (kunnen) worden die vanwege de eigenschappen van of de omstandigheden waaronder die stoffen, mengsels of oplossingen voorkomen gevaar voor de veiligheid of gezondheid kunnen opleveren;
  • De grenswaarde is het uiterste blootstellingniveau aan een gevaarlijke stof in de individuele ademhalingszone van een werknemer gedurende een gespecificeerde referentieperiode;
  • Een ongewilde gebeurtenis is een plotselinge situatie, ongeval, voorval of noodsituatie die gevaar oplevert voor veiligheid en gezondheid van de werknemer of zijn omgeving, en die gelet op de toegepaste stoffen, procedés en maatregelen niet is voorzien.

Arbobesluit: Artikel 4.1B Zorgplicht van de werkgever
  • De werkgever zorgt voor een doeltreffende bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemer. Dit staat los van de risico-inventarisatie en -evaluatie bedoeld in artikel 5 van de arbowet.. Daaraan wordt voldaan door allereerst algemeen preventieve maatregelen te treffen die de risico’s ten gevolge van het werk met gevaarlijke stoffen beperken. In aanvulling daarop treft de werkgever maatregelen voor de nog resterende risico’s op grond van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Onderdeel daarvan is een beoordeling van de aard, de mate en de duur van de blootstelling. Bij de beoordeling hoort het betrekken van onder andere veiligheidsinformatiebladen en grenswaarden. De blootstelling moet vergeleken worden met de grenswaarde die op een gezondheidskundig veilig niveau is vastgesteld. Indien de blootstelling hoger is dan de grenswaarde moet er een plan van aanpak zijn om de blootstelling met behulp van de maatregelen volgens de arbeidshygiënische strategie (artikel 4.4) te verminderen. De werkgever kan ook een «goede praktijk» toepassen. De onderbouwing van een dergelijke goede praktijk moet het betreffende risico aantoonbaar ondervangen.

Arbobesluit: 4.1C Beperking van blootstelling; Algemene preventieve maatregelen
  • In dit artikel zijn algemene preventieve maatregelen omschreven die de werkgever in alle gevallen in acht dient te nemen indien arbeid wordt verricht waarbij werknemers kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Deze maatregelen zijn dus niet afhankelijk van de resultaten van de risicobeoordeling op grond van artikel 4.2. In dit artikel wordt onder andere ingegaan op etikettering, ordelijkheid en zindelijkheid, eten en drinken in ruimten waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn.

Arbobesluit: Artikel 4.2 Nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie, beoordelen
  • Als werknemers blootgesteld (kunnen) worden aan gevaarlijke stoffen, moet de werkgever inventariseren:
    • aan welke stoffen werknemers worden blootgesteld;
    •  wat de gevaren zijn van deze stoffen;
    •  wanneer en hoe de blootstelling kan plaatsvinden;
    •  hoe groot de blootstelling is.
  • Voor het vaststellen van blootstellingniveaus wordt gebruik gemaakt van geschikte meet­methodes of kwantitatieve evaluatiemethodes. Hierbij wordt rekening gehouden met:
    • de veiligheidsinformatiebladen van de leverancier;
    • de omstandigheden tijdens werkzaamheden waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (bijvoorbeeld zware lichamelijke inspanning);
    • de redelijkerwijs voorziene gebeurtenissen die kunnen leiden tot toename van de blootstelling (bijvoorbeeld periodiek onderhoud).
  • De inventarisatie wordt regelmatig herzien, in ieder geval bij aanvang van nieuwe werkzaamheden met gevaarlijke stoffen en bij gewijzigde omstandigheden, of als de resultaten van arbeidsgezondheidskundige onderzoeken hier aanleiding toe geven.

Arbobesluit: Artikel 4.2A Nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie, aanvullende registratie
  • Als werknemers blootgesteld kunnen worden aan voor de voortplanting vergiftige stoffen, dan worden met betrekking tot deze stoffen de volgende gegevens in de RI&E vermeld:
    • hoeveelheid die per jaar gebruikt wordt of in opslag aanwezig is;
    • aantal werknemers op de werkplek waar de stof voorkomt;
    • vorm van arbeid die met de stof verricht wordt.

Arbobesluit: Artikel 4.3 Grenswaarden
  • De overheid heeft in bijlage XIII van de Arbeidsomstandighedenregeling publieke grenswaarden vastgesteld voor een beperkt aantal chemische stoffen. Bijlage XIII A bevat grenswaarden voor ongeveer 120 stoffen (die geen kankerverwekkende stof zijn), bijlage XIII B bevat grenswaarden voor ongeveer 50 kankerverwekkende stoffen. Als er voor een gevaarlijke stof geen grenswaarde is vastgesteld, stelt de werkgever een grenswaarde vast op zodanig niveau dat er geen schade kan ontstaan aan de gezondheid van de werknemer.

Arbobesluit: Artikel 4.4 Arbeidshygiënische strategie
  • Om werknemers zo min mogelijk bloot te stellen aan schadelijke stoffen, zijn werkgevers wettelijk verplicht (Arbowet, artikel 3, lid 1) maatregelen te treffen. Hierbij moeten zij de volgende volgorde aanhouden:
    • Bronaanpak: pas alternatieve materialen of technieken toe.
    • Afzuiging / ventilatie: werk met bronafzuiging, bronomsluiting en goede ruimteventilatie.
    • Vermijden blootstelling: voer het meest risicovolle werk het eerst uit of houd het gescheiden van andere werkzaamheden.
    • Als bovenstaande maatregelen onvoldoende resultaat opleveren, moeten persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking worden gesteld aan werknemers. Voor de juiste beschermingsmiddelen kan Productgroep Informatie Systeem Arbouw (PISA) geraadpleegd worden.

Arbobesluit: Artikel 4.5 Ventilatie
  • In geval verontreinigde lucht wordt afgevoerd, moet er gelijktijdig voldoende toevoer zijn van niet-verontreinigde lucht. De verontreinigde lucht mag niet opnieuw ter circulatie worden gebracht.

Arbobesluit: Artikel 4.6 Voorkomen van ongewilde gebeurtenissen
  • De werkgever treft maatregelen om ongewilde gebeurtenissen met gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk te voorkomen. Met name worden maatregelen getroffen om:
    • de aanwezigheid van gevaarlijke concentraties van ontvlambare stoffen of gevaarlijke hoeveelheden chemisch onstabiele stoffen op de werkplek te voorkomen of, wanneer dit niet mogelijk is;
    • ervoor te zorgen dat er geen ontbrandingsbronnen aanwezig zijn die brand en explosies kunnen veroorzaken, en;
    • de schadelijke gevolgen als gevolg van brand en explosies te verminderen.
  • De maatregelen zijn afgestemd op de activiteiten, waaronder ook opslag, behandeling en scheiding van onverenigbare schadelijke stoffen.

Arbobesluit: Artikel 4.7 Maatregelen bij ongewilde gebeurtenissen
  • Op grond van dit artikel dienen er maatregelen te worden getroffen om de gevolgen van een onverhoopt plaatsgevonden incident te beperken. Het gaat hierbij om situaties waarmee bij de beoordeling geen rekening kon worden gehouden en waaromtrent niet bij voorbaat maatregelen konden worden getroffen als bedoeld in artikel 4.1c (algemene preventieve maatregelen) of artikel 4.6 (voorkomen van ongewilde gebeurtenissen).

Arbobesluit: Artikel 4.8 Ontplofbare stoffen
  • In verband met de aan het gebruik van springstoffen verbonden gevaren, geschieden springwerkzaamheden waarbij deze stoffen gebruikt worden, uitsluitend volgens een vooraf opgesteld springplan. Dit springplan bevat een beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden, de gevaren en de wijze waarop deze gevaren voorkomen of beperkt zullen worden.
  • Bovengenoemde werkzaamheden mogen alleen verricht worden door of onder voortdurend toezicht van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid springmeester, afgegeven door een certificerende instelling.
  • Het springplan en het certificaat van vakbekwaamheid (of een afschrift daarvan) zijn beschikbaar op de arbeidsplaats.

Arbobesluit: Artikel 4.10A Onderzoek
  • Werknemers hebben recht op een arbeidsgezondheidskundig onderzoek voorafgaand aan de werkzaamheden waarbij zij blootgesteld worden aan gevaarlijke stoffen en bij klachten bij een collega die op soortgelijke wijze aan gevaarlijke stoffen is blootgesteld. Op verzoek van werkgever of betrokken werknemer wordt dit onderzoek herhaald.

Arboregeling: Artikel 4.16
  • Het certificaat van vakbekwaamheid als bedoeld in Arbobesluit artikel 4.8 voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd in de Regeling SPR van de Stichting voor de Certificatie van Vakbekwaamheid SKO.


Cao voor de Bouwnijverheid
  • Artikel 70a Bijzondere veiligheids- en arbobepalingen lid 1 en 2.
  • Artikel 70b Bijzondere veiligheids- en arbobepalingen bouwplaatswerknemers lid 9, 12 en 16.
  • Artikel 70c bijzondere veiligheids- en arbobepalingen uta-werknemers lid 2 en 5.


Meer informatie
 
   
   
 

Download gehele risico als PDF

 
 
 

< terug naar vorige pagina